Praat toch met me
Άνοιξα στον κήπο μου πηγάδι,
να ποτίζω τα πουλιά,
νά `ρχεσαι κι εσύ πρωί και βράδυ
σα μικρή δροσοσταλιά.
Ήρθες μια βραδιά με τον αγέρα,
αναστέναξ’η καρδιά
σού `πα με λαχτάρα "καλησπέρα"
και μου είπες "έχε γεια".
Μίλησέ μου, μίλησέ μου,
δε σε φίλησα ποτέ μου.
Μίλησέ μου, μίλησέ μου,
πώς να σε ξεχάσω θε μου.
Μίλησέ μου, μίλησέ μου
δε σε φίλησα ποτέ μου.
Μίλησέ μου, μίλησέ μου,
μόνο στ’όνειρό μου σε φιλώ.
Φύτεψα στην πόρτα σου χορτάρι
Να `χεις ίσκιο και δροσιά,
Κι’ήρθα πριν αλλάξει το φεγγάρι
να σου φέρω ζεστασιά.
Σ’ έβγαλα στου Ήλιου τ’ανηφόρι
στα σοκάκια τα πλατιά
μα ήρθε παγωνιά και ξεροβόρι
και δε μ άναψες φωτιά.
Μίλησέ μου, μίλησέ μου,
δε σε φίλησα ποτέ μου.
Μίλησέ μου, μίλησέ μου,
πώς να σε ξεχάσω θε μου.
Μίλησέ μου, μίλησέ μου
δε σε φίλησα ποτέ μου.
Μίλησέ μου, μίλησέ μου,
μόνο στ’ όνειρό μου σε φιλώ.
In mijn tuin bracht ik een bron tot leven,
voor de vogels lafenis.
Kom me elke dag wat vreugde geven
als een druppel, mild en fris.
's Avonds laat, de wind had je gevangen,
en mijn hart dat zuchtte blij.
Goeie avond, zei 'k, met diep verlangen,
maar je liep te snel voorbij.
Praat toch met me, praat toch met me,
nooit mocht ik je teder kussen.
Praat toch met me, praat toch met me,
wat kan mijn verlangen blussen?
Praat toch met me, praat toch met me,
nooit mocht ik je teder kussen.
Praat toch met me, praat toch met me,
enkel in mijn droom zijn we tesaam.
Bij je voordeur plantte ik een grasplant,
voor wat schaduw fris en koel.
Ook kwam ik bij maanlicht langs je straatkant,
jou verwarmen was mijn doel.
Samen naar een zonsopgang gaan kijken
in de steegjes van de stad.
Maar de ijswind wou niet wijken,
'k heb van jou geen vuur gehad.
Praat toch met me, praat toch met me,
nooit mocht ik je teder kussen.
Praat toch met me, praat toch met me,
wat kan mijn verlangen blussen?
Praat toch met me, praat toch met me,
nooit mocht ik je teder kussen.
Praat toch met me, praat toch met me,
enkel in mijn droom zijn we tesaam.
renehaentjens © 21.10.2011